maandag 12 oktober 2015

Inspiratie van Kipling voor het Jungle Boek



Inspiratie van Kipling voor het Jungle Boek

Kipling was onderhevig aan meerdere invloeden die als inspiratiebron voor The Jungle Books dienden. De Indiase setting, de machtsproblematiek en de moeilijkheden om ergens thuis te horen zijn aspecten die rechtstreeks voortkomen uit zijn eigen ervaringen. Maar, als lid van de literaire avant-garde in Engeland, kwam Kipling uiteraard ook in contact met andere auteurs, wat eveneens impact had op zijn oeuvre. Rider Haggard, een goede vriend van Kipling, schreef in 1889 de roman Allan’s Wife, en de harmonie tussen mens en dier is Kipling meteen bijgebleven.
“And somehow or other I came across a tale about a lion-hunter in South Africa who fell among lions who were all Freemasons, and with them entered into a confederacy against some wicked baboons. I think that, too, lay dormant until the Jungle Books began to be born.” (Kipling, 1937:12)
Haggard publiceerde in 1891 Nada the Lily, een roman gesitueerd in Afrika, die handelt over de vriendschap tussen een Zulukoning en de leider van een horde wolven. Aanvankelijk probeerde Kipling de hierop geïnspireerde ideeën uit zijn hoofd te bannen, maar zijn pen nam het over en meer verhalen over Mowgli en de dieren ontstonden. (Kipling, 1937: 87) In de loop van 1892 heeft hij “In the Rukh” geschreven, het verhaal dat chronologisch laatst komt in de intrige over Mowgli. Het werd niet opgenomen in The Jungle Books, maar wel in Many Inventions uit 1893 en in de verzameling van alle verhalen over Mowgli, All the Mowgli Stories uit 1933. In de winter van 1892, het geboortejaar van zijn dochter Josephine, begonnen er meer ideeën uit zijn jeugd naar boven te komen, samen met een regel uit Nada the Lily. The Jungle Book uit 1984 en The Second Jungle Book uit 1985 zijn er het resultaat van.
Kipling heeft dus zelf wat inspiratie gezocht bij Haggard en Burroughs, die in 1914 Tarzan of the Apes schreef, zocht op zijn beurt inspiratie bij Kipling, wat deze laatste met plezier aanvaardde.
“But the genius of all genii was one who wrote a series called Tarzan of the Apes. I read it, but regret I never saw it on the films, where it rages most successfully. He had ‘jazzed’ the motif of the Jungle Books and, I imagine, had thoroughly enjoyed himself.” (Kipling, 1937: 163)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten